Afbeelding

Randbericht | Troost van de oude Ambachtsschool

Algemeen

Misschien getuigt het niet van een avontuurlijk bestaan, maar dat ik van alle bewoners het langst in de Wilhelminastraat woon maakt mij gelukkig. Ik slaap nog op dezelfde plek in het huis, waar ik ooit ter wereld kwam. In mijn huis is in al die jaren niet veel veranderd. Gasten kijken vaak verwonderd rond. "Ik dacht dat je vader en moeder dood waren", wordt soms gezegd. Maar ik houd nu eenmaal niet van veranderingen. Aan die in de directe omgeving van mijn huis heb ik daarom vaak jaren moeten wennen.

Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat de Tricot nog in bedrijf was. Het geluid dat de weefgetouwen en het spanraam produceerden mis ik niet echt, al moet ik toegeven dat ik al dat geluid nooit als overlast heb ervaren. Ik was er aan gewend. In de bouwvakvakantie viel me pas op hoe stil het achter het huis kon zijn. Te stil eigenlijk en daarom was ik blij dat er na drie weken weer gewerkt werd in de textielfabriek. Totdat het er in de jaren negentig van de vorige eeuw definitief stil werd.

Het gebouw aan de Wilhelminastraat, de witte spoelerij en alle bijgebouwen raakten een beetje in verval. Mij stoorde dat niet. Ik raakte gehecht aan de ruïne, waarin bomen en struiken groeiden en steeds meer dieren te zien waren. Ik lanceerde het voorstel om het complex verder te laten vervallen en terug te geven aan de natuur. Voor mij zou dat Tricotpark een aanwinst zijn, maar iedereen dacht dat ik grapjes maakte. Alsof ik een grapjas ben. Ik heb me nooit beklaagd over de ruïne. Daarom was ik niet blij met alle plannen. Supermarkten en gemeentehuis werden het uiteindelijk niet, wel woningen. Het had een prijs. Alle dierbare bijgebouwen verdwenen.

Sindsdien heb ik vanuit mijn achtertuin uitzicht op dat andere markante gebouw in mijn buurt, de oude Ambachtsschool. Dat compenseerde het verlies van al die hallen met de schuine daken een beetje. Die school is minder monumentaal dan de oude textielfabriek, maar is net zo'n baken. Sloop ervan was voor mij niet bespreekbaar. Loop er in de vroege ochtend eens langs, wanneer de eerste zon de achtergevel van een prachtige oranjegele gloed voorziet. Op dat moment bestaat er geen mooier gebouw in de wereld dan die technische school.

Oude gebouwen geven je herinneringen. Ik zag ze niet alleen staan, ik heb ze van alle kanten bekeken, zelfs van boven. Als lagere schooljongen klom ik overal bovenop. Geen gebouw was te hoog. Urenlang kon ik zwerven over de daken van de Tricot en natuurlijk beklom ik de ambachtsschool. Oude gebouwen roepen soms ook een herinnering op aan een gebeurtenis waarvoor ik me nog steeds diep schaam. In het smalle gangetje achter het autotechnieklokaal stonden altijd autoruiten. Met mijn beste vriend heb ik die op een middag allemaal kapot gemaakt, omdat we het zo leuk vonden dat die ramen in zoveel stukjes uiteen vielen. Laat ik me nu troosten met de gedachte dat die scherven alsnog geluk hebben gebracht. De school blijft grotendeels behouden en krijgt een mooie toekomst.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant